Advies
De meeste mensen hebben rookmelders omdat ze wettelijk verplicht zijn. Velen denken ook aan bescherming tegen diefstal, bijvoorbeeld voor de garage. Maar lang niet elk huishouden heeft een gasalarm.
Op deze pagina leest u wat een gasalarm is, hoe het werkt en wanneer het zinvol is.
Overal waar gas wordt gebruikt in de industrie of in particuliere huishoudens ontstaat een potentieel gevaar. Als het door een lek ontsnapt, kan het bij inademing leiden tot dodelijke vergiftiging. Aangezien de gebruikte gassen meestal volledig reukloos zijn, merken de mensen het levensgevaar niet op. Bovendien kunnen gassen door een vonk worden ontstoken en de resulterende explosie kan grote verwoesting aanrichten.
Een gasmelder is een klein apparaat dat via een sensor gasconcentraties kan detecteren en in een vroeg stadium alarm kan slaan. Alvorens te kopen is het belangrijk dat u zich ervan bewust bent dat niet elk type apparaat op alle gassen kan testen.
Het verschil tussen koolmonoxide en kooldioxide
CO en CO2 mogen niet worden verward. Koolstofmonoxide bestaat uit één koolstof- en één zuurstofatoom. Koolstofdioxide bestaat uit één koolstofatoom en twee zuurstofatomen. Terwijl CO2 deel uitmaakt van de lucht die we inademen, ontstaat CO bij verbranding en is zeer giftig.
Een zeer gevoelige sensor vormt het hart van alle gasdetectoren. De behuizing doet denken aan rookmelders en ook de werking is vergelijkbaar. Binnenin bevindt zich een kleine kamer die permanent gevuld is met omgevingslucht. Als de sensor detecteert dat er geen ademlucht maar brandbare gassen in de kamer stromen, wordt een akoestisch alarm geactiveerd.
Om te reageren op methaan, ethaan, butaan en propaan moet de sensor een draad hebben die bij hoge gasconcentraties begint te gloeien en zo het alarm activeert. Daar wordt de explosiemeter voor gebruikt. Als warmtetoonsensor wordt de sensor altijd verwarmd tot 500 à 600 graden Celsius en reageert hij op inkomend gas.
CO-detectoren daarentegen maken gebruik van metaaloxidehalfgeleiders. Ze hebben een sensorcel die bestaat uit tindioxide. Als er koolmonoxide in de lucht aanwezig is, oxideert het tindioxide tot kooldioxide. Dit verandert echter de geleidbaarheid van de cel, waardoor het alarm afgaat.
Met lage initiële kosten zijn de apparaten relatief goedkoop en gemakkelijk te installeren. Voor een betrouwbare werking van gasdetectoren is de plaats van installatie echter van cruciaal belang.
Als de gasmelder moet waarschuwen voor methaan en ethaan, moet hij in het plafond worden aangebracht. Het beste is om de detectoren ongeveer 30 centimeter onder het plafond in de kamer van het mogelijke gaslek te installeren. Het apparaat is alleen nuttig wanneer het aan het plafond wordt geïnstalleerd, aangezien beide gassen lichter zijn dan de lucht die wij inademen en zich naar boven verplaatsen.
Een gasmelder voor propaan en butaan mag daarentegen nooit in de buurt van het plafond worden gemonteerd. Beide gassen zijn zwaarder dan de ademlucht en zakken naar beneden. Daarom moeten ze net boven de vloer worden geïnstalleerd. Uiteraard moet de gasdetector ook dicht bij de bron staan.
Aangezien de gasflessen verplaatsbaar zijn, is het raadzaam één plaats in de stacaravan en één in het tuinhuis als installatieplaats aan te wijzen. De detector wordt daar dan gemonteerd op de warner, ongeveer 30 centimeter boven de vloer.
Goed om te weten:
In feite zijn moderne detectoren vaak combinatietoestellen die in theorie op alle bovengenoemde en bijvoorbeeld ook op KO-gassen kunnen reageren. Toch is het altijd raadzaam om ten minste een tweede sensor te installeren. Ook al kan de sensor op alle gassen reageren, de hoogte van de installatie is bepalend voor de vraag of het gevaar vroegtijdig wordt gedetecteerd.
De meeste gasmeters hebben batterijen, zodat ze ook bij stroomuitval kunnen waarschuwen voor een gaslek. Aangezien de apparaten echter veel stroom vragen, mogen ze niet uitsluitend op batterijen werken en moeten ze ook op het lichtnet worden aangesloten.