Een autotester is een belangrijk instrument voor automonteurs en mechatronici. Zij maken het mogelijk storingen aan voertuigen op te sporen en worden gebruikt voor diagnose- en onderhoudsdoeleinden. Er is een breed scala aan meetapparatuur voor auto's, van eenvoudige spanningstesters tot remvloeistoftesters.

Afhankelijk van het ontwerp kunnen kortsluitingen worden gelokaliseerd, kan de olie- of bandenspanning worden gemeten of kan het antiblokkeerremsysteem worden gecontroleerd.

De onderliggende meettechnologie van meetapparatuur voor auto's is de laatste jaren steeds complexer geworden. Dit komt doordat auto's en vrachtwagens met steeds meer elektronica zijn uitgerust. Zelfs professionals zijn nauwelijks in staat om met het blote oog een diagnose te stellen.

Daarom worden bijna uitsluitend geavanceerde elektronische meetapparatuur gebruikt. Zij vergemakkelijken probleemoplossing en onderhoud, leveren betrouwbare resultaten op en besparen de gebruiker veel tijd en moeite.

Meetinstrumenten worden gebruikt om bepaalde toestanden en hoeveelheden te meten. Ze geven bijvoorbeeld aan hoe hoog of laag een druk, spanning, stroom of weerstand is.

Strikt genomen moeten meetapparaten worden onderscheiden van test- en controleapparaten. Autotestapparaten kunnen een toestand controleren, maar hoeven daarvoor niet noodzakelijk een meetwaarde te bepalen. Een voorbeeld is de fasentester. Dit is een eenvoudige spanningstester waarmee kan worden bepaald of er een elektrische spanning op een leiding aanwezig is - d.w.z. of er stroom loopt - of niet.

De spanningstester geeft alleen aan of er een spanning of stroom aanwezig is, maar niet de exacte waarde. De situatie is anders met een multimeter. Een multimeter meet stroom, spanning en weerstand en geeft een specifieke waarde die vervolgens moet worden geïnterpreteerd.